Uit veel overeenkomsten vloeien voor beide partijen verplichtingen voort. Gaat het om de koopovereenkomst van een auto voor € 24.999 dan moet de verkoper de auto leveren en de koper de koopprijs betalen. Beide partijen moeten dus iets presteren.

Wat is opschorting?

Opschorting is het recht om niet aan je verplichtingen te voldoen, zonder dat dit tegen je kan worden gebruikt. Het is een manier om de ander te bewegen c.q. te dwingen om zijn prestatie te verrichten.

Spreken de koper en verkoper uit ons voorbeeld af dat de koper de koopprijs voorafgaand aan de levering van de auto zal betalen maar doet hij dat niet, dan mag de verkoper zijn verplichting om de auto te leveren opschorten. Op deze manier kan de verkoper de koper dwingen om aan zijn verplichting te voldoen.

De verkoper mag dit direct doen. Hij hoeft dus niet eerst een sommatie te sturen met een termijn waarbinnen de koper alsnog moet betalen (een zgn. ingebrekestelling).

Met mate

Opschorting mag niet altijd. De prestatie die wordt opgeschort moet in verhouding staan tot de ernst van de tekortkoming. De verkoper mag de levering van de auto niet opschorten als de koper € 24.995 heeft betaald in plaats van de afgesproken € 24.999.

Ook kan het zijn dat slechts een deel van de prestatie mag worden opgeschort. In ons voorbeeld is dat lastig, omdat de verkoper nou eenmaal geen halve auto kan leveren als de koper de helft van de koopprijs betaalt. Maar als de aannemer die een nieuwe keuken en een nieuwe badkamer moet plaatsen alleen de keuken plaatst, dan kan alleen het betaling van het gedeelte van de aanneemsom dat ziet op de badkamer worden opgeschort.

Gevolgen

Normaliter kan een partij bij de rechter afdwingen dat de ander aan zijn verplichtingen moet voldoen. Wordt de prestatie terecht opgeschort, dan zal de rechter de vordering afwijzen. Opschorting is dus een verweermiddel tegen een vordering. Ondanks dat degene die opschort niet aan zijn verplichtingen voldoet, is hij in dit geval niet schadeplichtig.

Blijkt dat ten onrechte is opgeschort, dan zal de rechter de vordering toch toewijzen en dan is degene die opschort ook schadeplichtig.