Recent beantwoordde de Hoge Raad een aantal prejudiciële vragen over incassokosten in consumentenzaken. De belangrijkste vraag gaat over de veertiendagentermijn bij consumentenincasso’s.
Uit een uitspraak van de rechtbank Arnhem[1] blijkt maar weer eens dat het goed is om je sommatiebrief goed in te richten. Doe je dat niet dan kunnen de gevolgen verstrekkend zijn.
De Wet Incassokosten en de implementering van de Europese Richtlijn van 16 februari 2011 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties hebben geleid tot grote wijzigingen voor de praktijk.